dinsdag 8 november 2011

De erfenis van Mohammed

De erfenis van Mohammed



Inleiding



In 'Wie is Allah' hebben we gezien dat het 'trotse en hoogmoedige' karakter van Allah toch wel te denken geeft. En in 'Mohammed en de djinn' hebben we gezien dat Mohammed faalde in het maken van onderscheid tussen de influisteringen van de engel Gabriël (Djibril) en Satan. Een falen die zeer vergaande consequenties heeft, want hoe serieus moeten we de Koran nemen? Want staan daar nog meer Soera's in die door Satan zijn ingefluisterd?

Maar ook dat djinns hebben besloten actief deel te gaan nemen aan de verbreiding van Islam.

De bekering tot de Islam van de bewoners van Jathrib, in korte tijd na de verdrijving van Mohammed uit Taif zou nl. wel eens het gevolg van het ingrijpen van deze Djinngeesten kunnen zijn. De mensen in Jathrib (het latere Medina) namen het nieuwe geloof aan voordat Mohammed daar ook maar ooit was geweest!



De Hijra (emigratie, uitocht of vlucht) van Mohammed van Mekka naar Medina in 622 na Christus bracht de grote ommekeer in de Islam. Met de komst van al zijn volgelingen uit Mekka heeft de Islam zich definitief gevestigd in Medina. Daar ontwikkelde Mohammed zich tot staatsman en wetgever. Moslims hebben de betekenis van deze verandering leren inzien. Zij lieten daarom hun tijdrekening met het jaar van de Hijra beginnen.



De tijdrekening van de moslims begint dus niet met de geboorte van Mohammed, en ook niet met zijn openbaringen; zij begint evenmin met het ontstaan van de islamitische oergemeenschap, noch begint zij met de vlucht van de islamitische asielzoekers naar Abessinië. De eerste twaalf jaar in Mekka worden dus niet als het begin van de Islam beschouwd. Pas toen de moslims in Medina hun eigen stadsstaat konden vormen en hun geloof politieke vorm aannam, gold de Islam als gegrondvest. Alle ontwikkelingen die daarvoor plaats hadden gevonden en de vroegere voorvallen worden slechts als voorfasen van de islamitische staat beschouwd.



Het eigenlijke doel van de islam is dan ook niet het geestelijke en lichamelijke welzijn van zijn aanhangers en ook niet het aanbidden van Allah, het vasten of de pelgrimsreis naar Mekka; het eigenlijke, ware oogmerk van deze religie is het scheppen van Allah's rijk op aarde. De islamitische wet is daarbij basis en middel voor het bereiken van dit doel.



Bij de moslims in Europa kunnen humanistische belangen, sociale doelstellingen en sofistische (mystieke) neigingen in de Islam domineren. Daardoor idealiseren of vergeestelijken ze hun religie. Vaak zijn ze zelf onkundig van de ware bedoelingen van de

weliswaar van dit feit bewust maar geven deze doelstelling niet zo graag toe. Ze verbergen deze en geven daarmee gevolg aan Mohammeds advies dat luidt: "De Heilige Oorlog betekent bedrog!"



We dienen niet te vergeten dat de Islam als "religie" alléén niet kan bestaan. Deze is gegrondvest op de sjaria en heeft zich in de loop van 1400 jaar ontwikkeld tot een grote politieke, economische en missionaire mogendheid die er voortdurend naar blijft streven om een moslimstaat op te richten. De diverse verschijningsvormen en systemen in de Islam zijn alleen maar ontwikkelingsfasen welke het laatste, uiteindelijke doel, het grijpen naar de macht, voorbereiden.





De Heilige oorlog



Nadat Mohammed met zijn aanhangers in Medina was aangekomen en door de daar woonachtige moslims enthousiast was opgevangen, werden hij en zijn gemeenschap alras geconfronteerd met ingrijpende sociale problemen. De vluchtelingen uit Mekka werden arm; hun meegebrachte gespaarde middelen werden snel minder. De oorspronkelijke bewoners werden echter steeds rijker. Met deze spanning geconfronteerd zag Mohammed in dat daar toch iets aan gedaan moest worden. Ze hadden direct een bron van inkomsten nodig, om te voorkomen dat zijn gemeente uit elkaar zou vallen. Maar waar moest Mohammed echter geld en goederen vandaan halen? Mohammed begon zijn aanhangers op te roepen tot de Heilige Oorlog en ze aan te zetten tot het overvallen en plunderen van de karavanen van Mekka. Dat stuitte aanvankelijk op veel verzet van zijn volgelingen. Ze gaven er de voorkeur aan om zich al biddend op een leven na de dood voor te bereiden, in plaats van in de oorlog ten strijde te trekken en bloed te vergieten. Enkele wilde Mohammed wel helpen, maar hun aantal was te gering om een karavaan te overvallen. Maar in de maand van de bedevaart, waarin alle gevechten onder de Arabieren volgens verdrag waren verboden, plande Mohammed de aanval op een karavaan, die dan onbewapend is. (Een bedevaart naar Mekka was al voor Mohammed gebruikelijk.)



Toen de plunderaars met hun buit terugkeerden vond er een opstand plaats. Moslims en Joden veroordeelden de overval en wenste geen buit aan te nemen. Met hulp van een "goddelijke openbaring" wist Mohammed het tij te keren. Mohammed openbaarde een Soera voor de rechtvaardiging van alle gevechten in de Heilige Oorlog:



Soera "De Koe" 2:216-217

216. Vechten is u geboden ofschoon gij er afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet.
217. Zij vragen u omtrent het vechten in de heilige maand. Zeg: "Het vechten hierin is een grote overtreding, maar de mensen van de weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige Moskee (te verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, is bij Allah een grotere zonde; en vervolging is erger dan doden." En zij zullen niet ophouden, u te bevechten, totdat zij u van uw geloof hebben afgebracht, als zij kunnen. Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert en sterft als een ongelovige - diens werken zullen tevergeefs zijn in deze wereld en in de toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin verblijven.



Mohammed erkende dat een overval in de heilige maand een misdaad is, maar rechtvaardigde deze echter door te verklaren dat de verdediging van de Islam belangrijker was. En een moslim over halen tot afval van de Islam wordt als een grotere misdaad beschouwd.



Met deze verklaring wordt dus elke missie- of zendingsarbeid in moslimlanden veroordeeld. Een moslim tot een ander geloof bekeren geldt als een misdaad die zwaarder weegt dan moord. Missiearbeid onder moslims wordt nooit als puur religieuze activiteit beschouwd maar steeds als een aanval op de moslimstaat geïnterpreteerd en als poging beoordeeld om de moslimstaat te ondergraven of zelfs een omverwerping voor te bereiden. De sjaria eist dat een moslim die zich bekeert tot het Christendom met de dood wordt gestraft. Eens een moslim, voor altijd een moslim!



In de Slag van Badr versloegen 300 moslims uit Medina 1000 gewapende inwoners van Mekka. Sinds deze beslissende slag geloven de moslims dat Allah met hen in de strijd meetrekt, als ze de Islam verdedigen en zijn boodschap met geweld verbreiden.  Met deze overwinning fundeerde Mohammed zijn aanspraken op zijn ambt als profeet, garandeerde hij de moslims Allah's aanwezigheid in de strijd en leidde hij de waarheid van zijn religie af. Daarmee was de Heilige Oorlog geboren. De Islam werd tot een macht die zich op het zwaard grondvest.





Niet alle moslims waren na de overwinning van Badr tevreden. Velen waren terneer geslagen omdat enkelen van hun eigen bloedverwanten uit Mekka waren gedood. Mohammed was daar ongerust over en openbaarde een absolute kwijtschelling voor alle strijders in de Heilige Oorlog om het geweten van zijn moslims te verzachten en hen te troosten.



Soera "De Oorlogsbuit" 8:17

17. Gij dooddet hen niet, doch Allah was het, Die hen doodde. En gij wierpt niet toen gij wierpt, maar Allah was het die wierp, opdat Hij de gelovigen een grote gunst van Zich mocht bewijzen. Voorzeker, Allah is Alhorend, Alwetend.



Met dit vers in de Koran wordt opnieuw het doden als middel in de Heilige Oorlog goedgepraat. Allah vertoont zich als een dodende oorlogsgod . Iedere moslim die een vijand in de Heilige Oorlog doodt, geldt sindsdien als onschuldig omdat hij een goed werk heeft verricht. Hij was het werktuig van Allah. De strijder in de Heilige Oorlog gaat niet door voor moordenaar, omdat hij zich aan Allah, de Rechter, in de strijd tegen de ongelovigen ter beschikking heeft gesteld.



Een goed boek over de Heilige Oorlog:  http://tinyurl.com/3u58t2z



Er breekt vervolgens een periode aan tot de dood van Mohammed die gekenmerkt wordt door veel geweld, moord, doodslag en veldtochten voor eigen gewin. Die na de dood van Mohammed tot aan de huidige dag is doorgegaan. Al direct na zijn dood vond het volgende al plaats:



633 n.C - De moslimstrijders, geleid door Chalid Al-Walied, een superieure maar bloeddorstig aanvoerder, die door Mohammed werd omschreven als het Zwaard van Allah om zijn wreedheid in de strijd (Tabari 8:158 / 1616-17), veroveren de stad Oellais langs de rivier de Eufraat (wat tegenwoordig Irak is). Chalid nam gevangenen en onthoofde zoveel mensen dat een nabij gelegen kanaal waarin het bloed stroomde ‘bloedkanaal’ genoemd werd. (Tabari 11:24 / 2034-35)



Voor volledig overzicht: !Uitkijk - De islam ontmaskerd



We verplaatsen ons in dit artikel vervolgens naar het persoonlijke leven van Mohammed en wat leerde Mohammed zijn volgelingen over dood en bestemming na de dood.





Het lot van een moslim na zijn dood



Mohammed leerde dat iemand na zijn dood in zijn graf blijft tot de dag des oordeels. Als de persoon goed was, zou zijn graf een klein paradijs zijn. Als hij slecht was, zou zijn graf een plaats van kwelling zijn. (Soera 55:46-60). Maar nergens vertelde Mohammed hoe iemand zeker kan weten wat zijn lot is in het graf: paradijs of kwelling.

Vreemd omdat de koran zich wel bemoeid met aardse zaken, zoals wat te doen tijdens de menstruatie van een vrouw, maar niet hoe je kan weten of je gekweld of getroost zal worden wanneer je doodga.

Ook Mohammed zelf uitte zijn bezorgdheid over wat er met hem in het graf zou gebeuren. Zijn vrouw Aisha vermeldde:



Twee oude joodse vrouwen bezochten me in mijn huis en zeiden tegen mij: 'De doden in hun graf worden gestraft'. Ik geloofde hen niet. Nadat ze weggegaan waren, ging ik naar de profeet Mohammed en vertelde het hem en hij zei: 'Ja, ze vertelde de waarheid. Sommige dode mensen worden gestraft en zelfs dieren kunnen hun geschreeuw in het graf horen'. Vanaf die dag vroeg de profeet elke keer als ik hem zag bidden of Allah hem wilde redden van de straf van het graf.



Mohammed onderwees dat de dag des oordeels aangekondigd zou worden met trompetgeschal. Zowel de doden als de levenden zouden samenkomen en door engelen naar het plein van het oordeel gebracht worden om door Allah zelf veroordeeld te worden. Allah zou hun goede en slechte daden afwegen en beslissen wie naar het paradijs zou gaan en wie naar de hel. Tot de dag des oordeels kon niemand weten of hij Allah behaagde. (Zie Soera 6:73e.v.;20:102e.v.;23:102e.v.;78:18e.v.; enz.)



Mohammed zei dat hij zelf ook niet wist wat er met hem zou gebeuren op de dag des oordeels. (hadith 5.266)



Hetgeen hij gezegd heeft toen Mohammed een huis bezocht waar een moslimman gestorven was; het lijk was daar nog aanwezig. Een vrouw zei tegen het dode lichaam: 'Moge Allahs genade op u zijn. Ik getuigde dat Allah u geëerd heeft.'

Mohammed zei tegen de vrouw: 'Hoe weet u dat Allah de man eerde?'

Ze antwoordde: 'Ik weet het niet, bij Allah.'

Mohammed antwoordde: 'Wat hem betreft is de dood tot hem gekomen en ik wens hem al het goede van Allah. Bij Allah, hoewel ik profeet ben, weet ik niet wat er met mij gaat gebeuren en u weet ook niet wat er met u zal gebeuren.'



Mohammeds trouwe volgeling Abu Bakr sprak ook over angst voor Allahs oordeel. Hij zei: 'Als een van mijn voeten binnen het paradijs was en de andere nog erbuiten, dan nog zou ik de geslepenheid van Allah niet vertrouwen.

Bakr bedoelde hiermee te zeggen dat zijn eeuwige bestemming een mysterie was totdat beide voeten in het paradijs waren.



Abu Bakrs bijnaam was de 'huilende man', omdat hij voortdurend huilde wanneer hij bad.

Toen hem eens hiernaar gevraagd werd, was zijn antwoord: 'Elke keer wanneer ik begin te bidden, stel ik mij Allah voor die voor me staat en de koning van de dood die achter mij staat, het paradijs aan mijn rechterkant en de hel aan mijn linkerkant - en ik weet niet wat Allah met mij gaat doen.'



Mohammeds onderwijs geeft moslims weinig troost!





Bestemming



Mohammeds leer over de dag des oordeels gaat samen met zijn leer over iemands bestemming. Het gevolg daarvan is grote onzekerheid bij de moslims over hun lot na de dood. Mohammed onderwees dat wanneer iemand nog in de baarmoeder van zijn moeder is, Allah een engel stuurt om vier feiten over het leven van de persoon te schrijven: zijn daden,de tijd van zijn dood, de middelen voor zijn levensonderhoud en of hij vervloekt of gezegend zal worden (oftewel of hij naar de hel of het paradijs gaat).

Iemand kan zijn hele leven slechte daden doen, maar als de engel, toen hij in de baarmoeder van zijn moeder was, schreef dat hij 'gezegend' zal zijn, dan zal hij aan het eind van zijn leven deze bestemming overnemen; hij zal goede daden gaan doen en komt in het paradijs.



Het tegenovergestelde is ook waar: iemand kan zijn hele leven goede daden doen, maar als de engel geschreven heeft dat hij 'vervloekt' zal zijn, dan zal hij aan het eind van zijn leven deze bestemming overnemen; hij gaat slechte daden doen en komt in de hel.



De hoop van een moslim wordt altijd overschaduwd door twijfel!





Mohammeds dood



In het elfde jaar na zijn verhuizing van Mekka naar Medina kreeg Mohammed zijn gebruikelijke koortsaanval. Dit keer nam zijn ziekte heel ernstige vormen aan.

Tijdens deze laatste ziekteperiode had Mohammed twintig dagen lang koorts en pijn. Hij werd in het huis van zijn vrouw Aisha verzorgd, die nu achttien jaar was. Toen hij te ziek werd om de gebeden te leiden, beval hij zijn betrouwbare volgelingen deze taak uit te voeren. Bij zijn laatste ademtocht legde hij zijn hoofd in Aisha's schoot en stierf, niet nadat hij nog bevolen had alle joden en christenen van het Arabisch schiereiland te verwijderen.



Als gevolg van deze instructie verbande de tweede Kalief, Omar, de Joden in 638 en toen hij in 644 stierf waren er in Arabië geen Joden en Christenen meer overgebleven.



Aan elke moslim die in de Heilige Oorlog sterft wordt het onmiddellijke binnentreden van het Paradijs beloofd. Alleen als hij voor de religie van Allah sterft wordt hij bevrijd op de Dag van het laatste Oordeel. Buiten de martelaar heeft geen enkele moslim de hoop om aan dit verschrikkelijke oordeel van de jongste dag te ontkomen.



Mohammed zelf stierf niet in de Heilige Oorlog. Volgens de Islam leeft hij in Barzakh, een bestaan tussen dit leven en het hiernamaals. Steeds als een moslim de naam Mohammed uitspreekt, moet hij zeggen: 'Allah bidde over hem en geve hem vrede'.



Als zelfs het lot van de stichter van de Islam nog niet zeker is, wat zal er dan van de miljarden mensen terechtkomen, die hem door de eeuwen heen zijn gevolgd?





Liefde



Christenen zeggen: 'God is liefde'. Maar is er ook een 'Allah is liefde'. Deze woorden staan echter nooit samen in de Koran. Liefde moet altijd begrepen worden in de context van een relatie. Maar hebben moslims wel zo'n band met Allah?



Mohammed beschreef zichzelf als een slaaf van Allah (Soera 2:23). De Koran en de Hadith spreken niet over Mohammed die van Allah houdt of Allah die van Mohammed houdt. Mohammeds positie was er een van een slaaf, die gemachtigd was door zijn meesters gezag.



Soera "De Vrouwen" 4:80

Wie de boodschapper gehoorzaamt, gehoorzaamt inderdaad Allah en wie zich afkeert - tot hen hebben wij u niet als bewaker gezonden.



Soera "De Vrouwen" 4:115

En hij, die zich tegen de boodschapper verzet nadat diens leiding hem duidelijk is geworden en die een andere weg dan die der gelovigen volgt, Wij zullen hem laten volgen wat hij wil en Wij zullen hem in de hel werpen. Dat is een kwade bestemming.



Soera "De Bijeenkomst" 59:7

En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allah, zeker, Allah is streng in het straffen.



Zoals Mohammed zichzelf een slaaf van Allah noemde, zo zei hij dat andere moslims ook slaven waren (Soera 50:8). De Koran legt weinig nadruk op het liefhebben van Allah, hoewel er nu en dan liefde voor hem genoemd wordt (Soera 2:165). In plaats daarvan roept de Koran op tot gehoorzaamheid aan Allah. En wat gebeurt er als een slaaf niet gehoorzaamt? Hij wordt gestraft:



Soera "De oorlogsbuit" 8:13

Dit is, omdat zij zich tegen Allah en Zijn boodschapper hebben verzet. En wie tegen Allah en Zijn boodschapper strijdt, (wete) Allah is voorzeker streng in vergelding.



Vraag aan een moslim: 'Weet je hoeveel Allah van je houdt?', zal hij antwoorden: 'Ik weet niet hoeveel hij van mij houdt. Alleen Allah weet dat.'

Moslims moeten tot de dag des oordeels wachten om erachter te komen of Allah van hen houdt en hen zal uitnodigen om in het paradis te komen.

Allah laat sommige mensen dwalen om zo de hel te bevolken:



Soera "De Aanbidding" 32:13

Indien Wij het wilden, zouden Wij aan elke ziel haar leiding kunnen geven, maar Mijn woord werd bewaarheid: "Ik zal de hel met djinn en mensen allen tezamen vullen."



In de Koran staat:



Soera "Het Tafel" 5:54

O, gij die gelooft, wie onder u zich van zijn godsdienst afkeert, laat hem weten, dat Allah weldra een ander volk zal voortbrengen dat Hij zal liefhebben en die Hem zullen liefhebben vriendelijk en nederig zijnde jegens de gelovigen en hard en streng jegens de ongelovigen. Zij zullen voor Allah's zaak strijden en het verwijt van een berisper niet vrezen. Dit is Allah's genade; Hij schenkt deze aan wie Hij wil.



Deze tekst legt uit dat als iemand de islam verlaat, Allah dan andere mensen zal voortbrengen die beter zijn. Allah rouwt niet om hen die hem verlaten, en probeert hen ook niet terug te brengen. Hij krijgt betere mensen.



Soera "De Groepen" 39:7

Indien gij ondankbaar zijt; Allah is zeker onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van ondankbaarheid onder Zijn dienaren.



Allah heeft hen niet nodig!





Het rituele gebed



Tijdens de 'Nachtreis' van Mohammed vernam Mohammed van Allah dat op moslims een verplichting rust tot het doen van een ritueelgebed (salat) vijf keer per dag. Maar die diende wel op bepaalde tijdstippen plaats te vinden, omdat buiten die tijden gebeden niet geldig zijn.

Die vijf dagelijkse gebeden volgen een script die bestaat uit zowel woorden als lichamelijke bewegingen.

Het vaststellen van de juiste gebedstijden is dermate ingewikkeld, dat is voor een eenvoudige moslim niet om te doen. Daarom vinden de oproepen tot gebed plaats vanaf de minaret door de Muezzin. Een oproep die alleen in het Arabisch gebeurt.



De muezzin herhaalt dagelijks de verwachting: "Wie bidt, heeft succes". Onder dat succes valt alles wat maar samenhangt met de aardse wensdroom om in alles succesvol te zijn. Wat betreft het hiernamaals wil deze oproep door de regelmatige aanbidding aan Allah vergeving van zonden bewerken, evenals succes bij de uitbreiding van de islam, bij het gebruikmaken van djinns en bij het vervloeken van ongelovigen.



Soera : Het Huis van Imraan" 3:61

Zou men nu met u over hem (Jezus) redetwisten, nadat de kennis tot u gekomen is, zeg dan: "Kom, laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat ons daarna vurig bidden en de vloek van Allah roepen over degenen, die liegen."



Maar ook genade op de dag des oordeels, redding uit de vlammenzee van de hel.



Soera "Maria" 19:72

Dan zullen Wij de rechtvaardigen redden en de bozen op hun knieën daarin achterlaten.



En ingang in het paradijs vol lust en zaligheid.



Soera "De Schepper" 35:29-30

29. Waarlijk, zij die het Boek (de Koran) van Allah voordragen en het gebed naleven en heimelijk of openlijk geven van hetgeen Wij hun hebben geschonken, mogen hopen op een winst die nooit zal vergaan;
30. Opdat Hij hun de volle beloning moge geven, er uit Zijn overvloed aan toevoegende.



Soera "Berouw" 9:111

Voorzeker, Allah heeft van de gelovigen hun persoon en hun bezittingen gekocht in ruil voor het paradijs - zij vechten voor de zaak van Allah en zij doden en worden gedood - een onfeilbare belofte in de Torah en het Evangelie en de Koran. En wie is getrouwer aan zijn belofte, dan Allah? - Verheugt u dan in de verbintenis, die gij met Hem hebt gesloten en dat is de grote zegepraal.



Hun gebeden zijn dus alleen maar ritueel, met de bijbehorende vaste gebedstijden en nauwkeurig voorgeschreven wassingen In de blog: 'Wie is Allah?' heb ik beschreven dat moslims geen relatie hebben met Allah.. En hier ligt de grote dwaling van de Islam. Zoals de wassingen voor het gebed alleen de huid en niet het hart (kunnen) reinigen, zo kan ook het islamitische gebed niet het heil bewerken. Want het berust allemaal op eigenwerken bij afwezigheid van een relatie met Allah!



Alleen al  die reiniging is een groot probleem, want ook daar moet je echt voor gestudeerd hebben. Het aaien van een hond bv., of een vrouw een hand geven maakt de reiniging al ongedaan en dient een moslim zich opnieuw te reinigen, anders heeft zijn gebed geen waarde voor Allah.





Twijfel over de roeping van Mohammed



Soera "Bochtige Zandpaden" 46:9

 Zeg: "Ik ben geen nieuwe boodschapper, noch weet ik wat met u of mij zal geschieden. Ik volg alleen hetgeen mij is geopenbaard; en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer."


Het huwelijk van Mohammed met Khadija bint Khuwailid zorgde ervoor dat hij zonder financiële zorgen zich volledig, gedurende vijftien jaar, met meditatie kon bezig houden. Toen hij veertig jaar was had hij, naar hij beweerde, een ontmoeting met de engel Djibril (Gabriël). De meest gangbare lezing van wat er voorviel is de volgende:



'Hij kwam tot mij', zei Mohammed, 'terwijl ik sliep, met een brokaten sprei waarop iets geschreven stond, en zei: "Lees!" Ik zei: "Wat zal ik lezen?" Hij drukte het zo stijf op me dat ik dacht dat het de dood was; toen liet hij los en zei: "Lees!". Wat zich tot driemaal toe herhaalde, en Mohammed zeer beangstigden. Het ging om de volgende tekst:



Soera "Het Geronnen Bloed" 96:1-5

 1. Verkondig de naam van uw Heer, de Schepper.
2. Die de mens uit geronnen bloed schiep.
3. Verkondig, want uw Heer is de meest Eerbiedwaardige
4. Die (de mens) door middel van de pen onderwees.
5. Hij leerde aan de mens datgene wat deze niet kend
e,



Deze roeping is problematisch. Mohammed twijfelde aan de geldigheid van zijn eigen beslissende visioen. Mohammed was doodsbang voor de bron van de openbaring, omdat hij eerst geloofde dat hij bezeten was van een boze geest of djinn, en dacht uiteindelijk aan zelfmoord. Hij vertelde zijn vrouw wat hij had ervaren. Het verhaal, overgeleverd via de Hadih van Sahih Al-Bukhari, vertelt:



Toen keerde Allah's apostel terug met de Inspiratie en met een hevig kloppend hart. Toen ging hij naar Khadija en zei: 'Bedek mij! Bedek mij!' Ze bedekten hem totdat zijn angst voorbij was en daarna vertelde hij haar alles wat er gebeurd was en zei: 'Ik ben bang dat er iets met me zal gebeuren.' Khadija antwoordde: 'Nooit! Bij Allah, Allah zal je nooit te schande maken. Je onderhoudt goede banden met je vrienden en verwanten, helpt de armen, je gasten ontbreekt het aan niets en je staat degenen bij die je hulp nodig hebben.' (hadiht 1.1.3)



Voor wie het geloof van de stichter van de islam wil navolgen, is Mohammeds twijfel zorgwekkend, want welke grote profeet twijfelt er aan de bron van zijn profetische openbaring? De Bijbelse profeten vragen zich soms af hoe God zijn woorden zal waarmaken, maar twijfelen nooit of Hij het was die had gesproken. Geen enkele profeet in de Bijbel schrijft Gods openbaring aan demonen toe, zoals Mohammed, die na Allah's openbaring geloofde dat hij bezeten was.



Bovendien Mohammed kon lezen nog schrijven. Hij was een analfabeet en had dus hulp van schrijvers nodig voor het op schrift stellen van zijn openbaringen.



Tijdens dat op schrift stellen vond Mohammed het nodig om de woorden van Allah te verbeteren, want bij verschillende gelegenheden verving hij Allah's wijsheid door de zijne. Een van de hadiths vertelt van Mohammeds nonchalante verbeteringen:



Verschillende keren had hij, met toestemming van de Profeet, de laatste woorden van de verzen veranderd. Toen de profeet eens zei: 'Allah is machtig en wijs' stelde Abdollah b. Abi Sarh voor om 'alwetend en wijs' op te schrijven, en de Profeet antwoordde dat daar geen bezwaar tegen was. Toen Abdollah zo een reeks van dit soort veranderingen had gadegeslagen, verzaakte hij de islam. Als de openbaring van Allah kwamen, zo redeneerde hij, konden ze niet veranderd worden op verzoek van een schrijver als hijzelf.



Bijna 1400 jaar later moet de geïnteresseerde zoeker dezelfde vraag stellen als de schrijver Abdollah: waar haalt iemand die slechts een boodschapper is het recht, het gezag of de arrogantie vandaan om de woorden van Allah Zelf te veranderen? Zelfs als Allah Zelf de bron zou zijn, is de Koran toch niet te vertrouwen, omdat de menselijke auteur ervan onzorgvuldig en achteloos omsprong met zijn openbaring.





Huis van de Oorlog



Moslims delen de wereld in twee gebieden in: in Dar-al-Islam ("Huis van de Islam") en in Dar-al-Harb ("Huis van de Oorlog") De landen waarin vrede bestaat vanuit de moslimvisie zijn de landen waarin de sjaria wordt toegepast.



In de overige landen waarin moslims als minderheden leven en waarvan de wetgeving niet op de Koran en de sjaria is gebaseerd, wordt een volledige omwenteling, omvorming van de interne en externe staatszaken als dringend vereist geacht. En zulke landen worden als oorlogsgebied beschouwd. Moslims mogen met een niet-moslimland geen vrede sluiten zolang de inwoners daarvan zich niet aan de Islam hebben onderworpen. Ze kunnen weliswaar een "wapenstilstand" goedkeuren, maar géén "vrede"!



Iets wat de westerse wereld nog steeds niet door heeft!



Zoals in de inleiding al opgemerkt: Mohammeds advies luidt: "De Heilige Oorlog betekent bedrog!" En dat is het begin van de Heilige Oorlog! En dat is nooit anders geweest!



Een typisch voorbeeld hiervan in Nederland is bv. de koranvertaling en het boek 'De boodschapper' van Kader Abdolah, een knuffelallochtoon. Zowel de koranvertaling als het boek 'De boodschapper' zijn flink opgeleukt. Beiden geven een verkeerde voorstelling van Mohammed en de Koran. De lezers worden op het verkeerde been gezet, want zo leuk was Mohammed niet! En is de Koran al helemaal niet! Toch vinden dit soort boeken bij velen gretige aftrek. Het is de zelfhaat waar de Europese samenleving het slachtoffer van is, en daar wordt door figuren als Kader Abdolah gretig gebruik van gemaakt en maken de islam op deze manier salonfähig.

Het is een eenvoudig voorbeeld, maar het maakt erg duidelijk dat moslims er baat bij hebben de islam als een te respecteren religie voor te stellen. Maar dat is het niet!



Maar welk antwoord hebben wij op dit soort ontwikkelingen?



Het zal ons niet helpen om Mohammed voor pedofiel uit te maken, en andere denigrerende opmerkingen over de islam. Want dat is gewoon einde discussie.



Naar mijn mening is het enige antwoord op de Islam het Christendom. Het is niet voor niets, dat vanaf het ontstaan van de Islam tot de huidige dag Christenen door moslims gezien worden als de grootste vijand. Het is niet voor niets dat er dagelijks zoveel Christenen door moslims worden vermoord!



Helaas is het zo dat humanistische organisaties, politieke groeperingen en links liberale theologen op zoek zijn naar een gemeenschappelijke noemer voor een dialoog en het vreedzaam naast elkaar bestaan tussen moslims en Christenen. Zij hebben nog niet ingezien dat Mohammed zijn oordeel over het christelijke geloof reeds heeft geveld en de uiterste grens van een elkaar nader bijkomen reeds heeft getrokken. (Soera 3:33-36 en)



Soera "Het Huis van Imraan" 3:28

Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen deel aan Allah, .....



Geen moslim mag de grenzen overschrijden die in de Koran als bindende openbaring zijn vastgesteld. Iedere 'Christen' die desondanks probeert om een compromis te sluiten tussen Christendom en Islam kan dit slechts bereiken door zijn gekruisigde Christus te loochenen. De profeet van de Islam veroordeelt  eenieder die Jezus Christus voor de goddelijke redder houdt. Alle onderhandelingsmogelijkheden houden hier op! Mohammed bad niet: "Allah, red de verdwaalden van hun ongeloof" maar hij vervloekte Christenen met de woorden: "Allah moge hen doodslaan!" Mohammeds vloek richt zich ook vandaag nog tegen elke Christen die vasthoud aan zijn geloof in de Zoon van God. Eventuele positieve resultaten van zo'n dialoog berusten van moslims kant gewoon op bedrog! Elke afspraak die je met een moslim maakt geldt alleen maar voor de duur dat zij er voordeel van hebben. En ook dat is een onderdeel van de Heilige Oorlog!



Moslims horen echter zelden een duidelijke christelijke getuigenis. Christenen moeten leren dat sociale prestaties en het op zoek zijn naar een gemeenschappelijke noemer voor een dialoog en het vreedzaam naast elkaar bestaan tussen moslims en Christenen dit onvoldoende is als deze niet door christelijke getuigenis wordt begeleid. En daar ontbreekt het maar al te vaak aan!





Gebruikte literatuur



1    'Bidden moslims en Christenen tot dezelfde God?', 'De oproep vanaf de minaret' en 'De       heilige oorlog van de Islam' van Abd al-Masih.



2    'Islam ontsluierd' van Ergun Mehmet Caner en Emir Fethi Caner



3    'Vrucht van de boom' van Peter Bontenius



4    'Al-Hijra' van Sam Solomon en E. Al Maqdisi



5    'Weg uit de Islam. Getuigenissen van afvalligen' van Ibn Warraq



6    'Jezus en/of Mohammed. Verrassende parallellen en diepgaande verschillen' van Mark A.           Gabriel



7    'De boodschapper' van Kader Abdolah

Geen opmerkingen:

Een reactie posten